Publicaties

Koolstoflekkage dichten met certificaten: de nieuwe CBAM-verordening

De Europese Unie heeft het doel gesteld om in de komende jaren de CO2-uitstoot binnen de Europese Unie op een rigoureuze wijze te verminderen. Met het Carbon Border Adjustment Mechanism (hierna: CBAM) zet de Europese Commissie een volgende stap in het ambitieuze Fit for 55-pakket. In mei 2023 is de definitieve CBAM-verordening gepubliceerd, die vanaf 1 oktober 2023 in werking is getreden. Met deze bijdrage brengen wij u op de hoogte van de te verwachten ontwikkelingen.

Wetsvoorstellen VAT in the Digital Age (ViDA)

De (nieuwe) btw-regels voor de e-commerce zijn nu anderhalf jaar oud. Afgelopen najaar heeft de Europese Commissie de eerste evaluaties afgerond. Op hoofdlijnen concludeert Brussel dat de implementatie succesvol is. Ook zijn er nog kansen. Daarom publiceerde de Europese Commissie (TAXUD) op 8 december 2022 nieuwe wetsvoorstellen. Het is de eerste stap naar aanpassingen en aanvullingen in de btw-wetgeving.

Accijns en e-commerce

Whisky, koffie en andere dranken vragen extra aandacht van spelers in de internationale handel. Bij invoer in Nederland betaalt de ontvanger naast invoerrechten en invoer-btw ook accijns. Vrij eenvoudig, want de accijns gaat ‘gewoon’ mee in de betaling. Echter, hoe werkt het als de verkoper voorraad in een accijnsgoederenplaats houdt en bijvoorbeeld een vereenvoudigde btw-regeling voor e-commerce toepast?

AEO en andere certificeringen

AEO is een bekend begrip binnen de douanewereld, maar daarbuiten zijn het de ISO- en TAPA-certificaten die een ieder – in welke rol dan ook – herkenbaar voorkomt. In dit artikel gaan we in op de relatie tussen AEO en veel voorkomende certificeringen. We lichten toe welke certificering overlap hebben met AEO en op welke manier deze certificeringen relevant zijn binnen de organisatie én bij audits van de Douane.

Douanewaarde en Incoterms

De douanewaarde is de waarde die goederen bij invoer hebben aan de buitengrens van de EU. In de meeste gevallen betaalt u ‘ad valorem’ invoerrechten voor de goederen die u importeert van buiten de EU. Een ‘ad valorem’ heffing is een heffing naar waarde. De Douane heft in dit geval een percentage aan invoerrechten over de douanewaarde van de ingevoerde goederen. Het is van belang om de juiste douanewaarde te hanteren voor de berekening van het bedrag aan invoerrechten. De praktijk leert dat het vaststellen van de juiste douanewaarde niet altijd even gemakkelijk is. In deze bijdrage gaan wij in op de rol van Incoterms (leveringscondities) bij het bepalen van de douanewaarde.

Voorraadverplaatsingen en douanewaarde

De douanewaarde wordt in veruit de meeste gevallen bepaald op basis van de transactiewaarde van de ingevoerde goederen. Dat betekent dat een verkoop plaatsvindt voor uitvoer naar de EU en dat de transactie kan worden gebruikt voor het bepalen van de douanewaarde. Bij voorraadverplaatsingen heeft nog geen verkoop plaatsgevonden. Een onderneming verplaatst voorraad vanuit een derde land naar de EU. De goederen worden vervolgens in het vrije verkeer gebracht. Welke waarde moet dan worden gebruikt om de douanewaarde te bepalen?

Pleitbaar standpunt en art. 10:5 ADW

In hoeverre is een pleitbaar standpunt ‘haalbaar’ in douanekwesties? Die vraag speelde begin dit jaar bij het Gerechtshof Den Haag in een strafzaak waarbij de verdachte onderneming als (in)direct vertegenwoordiger aangiftes had verzorgd voor haar opdrachtgever. Na een controle na invoer (CNI) was door de Douane een andere goederencode toegekend aan de aangegeven producten. Dat gebeurt wel vaker. Echter, in dit geval werd door de Douane een strafrechtelijke afdoening ingezet waardoor de discussie een meer juridisch karakter kreeg en zo ook de vraag opkwam in hoeverre een beroep op een pleitbaar standpunt kan worden gedaan.

Opzet moet worden bewezen

In onze adviespraktijk zien we voorbeelden dat op een Fiscale Strafbeschikking (‘FSB’) ineens grove schuld of opzet ten laste wordt gelegd, zonder dat hiervoor concreet bewijs te vinden is in het dossier. De verdachte rechtspersoon is hierover niet gehoord en heeft zich daar dus niet tegen kunnen verdedigen. Over het algemeen geldt bovendien dat FSB’s slechts summier gemotiveerd zijn, niet alleen voor wat betreft de kwalificatie opzet, maar in algemene zin waardoor onduidelijk is welke bewijsmiddelen aan de FSB ten grondslag liggen. Dat de rechterlijke niet onverkort meegaat in de gedachtegang van de Douane en kritisch toetst aan alle bestanddelen van de delictsomschrijving, blijkt uit diverse uitspraken. Aan de hand van enkele van deze uitspraken wordt in deze bijdrage uiteen gezet hoe strafrechters opzet wegen in het douanestrafrecht.

Beschermde planten of dieren invoeren? Denk om - geldige - documentatie!

Bij de invoer van beschermde planten- en diersoorten (of producten hiervan) bestaat een groot scala aan formaliteiten. U dient zich namelijk te houden aan de Wet natuurbescherming, de CITES-regels en de regels uit verschillende Europese verordeningen die betrekking hebben op de bescherming van in het wild levende planten- en diersoorten. Zo kan het zijn dat u voor de invoer van uw product in het bezit moet zijn van een geldige CITES-invoervergunning of moet u een verklaring van oorsprong overleggen vóórdat u invoert.

Wanneer ageren op een vermeende onregelmatigheid?

Wanneer de Douane van mening is dat u een strafbaar feit heeft gepleegd, dan merkt zij u aan als verdachte. Laten we ‘het doen van een onjuiste aangifte’ als voorbeeld nemen. In plaats van goederencode A, heeft u per ongeluk goederencode B aangegeven. Uiteindelijk kan deze verdenking leiden tot het opleggen van een Fiscale Strafbeschikking (FSB). Deze vorm van bestraffing door de Douane is mogelijk sinds 2011 door de invoering van de Wet OM-afdoening. Deze wet beoogt onder andere de rechterlijke macht te ontlasten door de buitengerechtelijke afdoening van strafbare feiten. Een FSB is een strafrechtelijke veroordeling zonder tussenkomst van een rechter of Openbaar Ministerie. Het gros van de bedrijven betaalt stelselmatig deze boetes zonder zich ooit te verdiepen in, laat staan te verdedigen tégen, een FSB. Het proces tot het opleggen van een FSB lijkt echter met steeds minder waarborgen omgeven, waardoor niet tijdig reageren slecht te repareren valt.

Strafbeschikking bij indelingskwesties; een bijzonder geval

Bij overtreding van de Algemene douanewet kunnen zowel bestuurlijke boetes als strafrechtelijke boetes worden uitgedeeld. Het hangt er vanaf welke – verboden – handeling is verricht of ten onrechte niet is verricht (omissiedelict). Bij overtreding van de bepalingen uit hoofdstuk 9 kan een bestuurlijke boete worden opgelegd, bij overtredingen van de bepalingen in hoofdstuk 10 kan een strafbeschikking worden opgelegd. Met andere woorden: hoofdstuk 9 ziet op bestuursrechtelijke afdoening, hoofdstuk 10 op strafrechtelijke afdoening.

Controles door de NVWA | procederen tegen de NVWA

Bij de invoer van veterinaire producten, speelt niet alleen de Douane een belangrijke rol, maar ook de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit, ofwel NVWA. Gezamenlijk voeren de NVWA en de Douane de DOM-controle uit, ofwel de documentencontrole, overeenstemmingscontrole en een materiële controle.

Vergunningen en douaneplanning: optimaal gebruik maken van douanewetgeving

Waarom invoerrechten betalen, als het niet hoeft? Het lijkt misschien alsof geen enkele onderneming invoerrechten betaalt als dat niet hoeft, maar niets is minder waar. Sommige ondernemingen zijn niet op de hoogte van de mogelijkheden die de douanewetgeving biedt. Of ze zijn niet zo ingericht dat ze optimaal gebruik kunnen maken van de verschillende opties. De diverse douaneregelingen, maar ook tariefschorsingen of overeenkomsten die de EU heeft gesloten met derde landen, kunnen grote voordelen bieden. In deze bijdrage zijn de diverse mogelijkheden opgenomen.

Douaneplanning en vergunningen: optimaal gebruikmaken van douanewetgeving

Waarom invoerrechten betalen, als het niet hoeft? Het lijkt misschien alsof geen enkele onderneming invoerrechten betaalt als dat niet hoeft, maar niets is minder waar. Sommige ondernemingen zijn niet op de hoogte van de mogelijkheden die de douanewetgeving biedt. Of ze zijn niet zo ingericht dat ze optimaal gebruik kunnen maken van de verschillende opties. De diverse douaneregelingen, maar ook tariefschorsingen of overeenkomsten die de EU heeft gesloten met derde landen, kunnen grote voordelen bieden. In deze bijdrage zijn de diverse mogelijkheden opgenomen.

Oorsprong; De basis is het belangrijkste!

Op basis van de oorsprong van goederen is het mogelijk een lager tarief aan invoerrechten te claimen. Ook kan op basis van de oorsprong van goederen worden vastgesteld dat geen antidumpingheffing is verschuldigd of dat goederen niet onder een embargo vallen. Reden genoeg om aandacht te besteden aan dit onderwerp.

Invoer van e-commerce goederen; doet u het inmiddels allemaal correct?

Deze bijdrage bevat een update van de wijzigingen voor e-commerce goederen bij invoer in de Europese Unie (EU). De opzet is als volgt: een korte samenvatting van de wijzigingen op het gebied van de btw, de uitkomst van het eerste evaluatierapport van de Europese Commissie naar aanleiding van de wijzigingen, een overzicht van mogelijke wijzigingen en tot slot de conclusie.

Vertegenwoordiging, zekerheid & betaling

Een bijzonder groot gedeelte van de douaneaangiften wordt ingediend met gebruikmaking van douanevertegenwoordiging. Douanevertegenwoordiging heeft – voor de logistiek dienstverlener of douane-expediteur – als voordeel dat hij niet als douaneschuldenaar wordt aangemerkt. Het is echter niet zo dat de vertegenwoordiger nooit aansprakelijk is. Integendeel, de vertegenwoordiger loopt in de meeste gevallen het volledige betalingsrisico totdat de Douane de verificatie heeft beëindigd. En het moment van ‘einde verificatie’ laat soms enkele maanden op zich wachten. Als dan blijkt dat er een heel ander (hoger) bedrag verschuldigd is, dan heeft de vertegenwoordiger mogelijk een groot probleem. Hoe zit dat precies? Dat kunt u hierna lezen.

Aangifte & vertegenwoordiging anno 2022

In 2022 komt Customs Knowledge elke maand met een aantal publicaties, een nieuwsbrief en een webinar over één thema. In januari staat het thema ‘aangifte en vertegenwoordiging centraal’. Dat is waar de douanelogistiek namelijk toch vaak mee begint, de ‘douaneaangifte’. En heel veel van die aangiften worden door logistiek dienstverleners zoals douane-expediteurs gedaan. In dit artikel behandelen we een aantal subonderwerpen die anno 2022 aandacht behoeven. Eerst schetsen we één van de grootste verschuivingen in de handel, namelijk de gevolgen van e-commerce. Dat heeft grote gevolgen voor de beschikbaarheid van informatie en documentatie bij het doen van een aangifte. Daarna staan we stil bij de aanpak van de Douane die door de jaren heen is veranderd. Niet alleen door e-commerce, maar ook door organisatorische veranderingen en de soms uiterst formele aanpak van de Douane omdat dit van ‘Brussel’ zou moeten.

Bemonstering van goederen in douane- en belastingzaken (2)

In het vorige artikel hebben wij het belang van een juiste monsterneming toegelicht en het verplichte karakter van het in kennis stellen van het voornemen om een monster te nemen. Als monsters zijn genomen, bestaat vervolgens nog wel eens de vraag of de bemonstering op de juiste wijze heeft plaatsgevonden en of de monsters op de juiste wijze zijn onderzocht. Om te voorzien in uniforme handreikingen en richtlijnen, heeft de Europese Commissie – samen met de douanelaboratoria in de verschillende lidstaten – het ‘systeem’ Samancta opgesteld. De bepalingen hieruit lijken echter weinig zinvol, althans volgens de inspecteur van de Douane. Deze schuift ze namelijk, als ze niet uitkomen, eenvoudig terzijde. Maar kan dat wel? In deze bijdrage concludeer ik aan de hand van recente jurisprudentie dat deze ‘Samancta-bepalingen’ terdege relevant zijn.

Bemonstering van goederen in douane- en belastingzaken (1)

Een belangrijk deel van de belastingen is afhankelijk van het soort goed. Dat geldt in ieder geval voor accijns en invoerrechten, maar in beperkte mate ook voor de omzetbelasting. Afhankelijk van het soort product is bijvoorbeeld een hoog recht, nulrecht of vrijstelling van toepassing. Om vast te stellen wat de karakteristieken van een goed – of product – zijn, worden deze vaak bemonsterd en wordt in een laboratorium of anderszins de samenstelling en dergelijke vastgesteld. Niet zelden is er discussie over de vraag of die bemonstering op de juiste wijze heeft plaatsgevonden en of de monsters op de juiste wijze zijn onderzocht.