Controles door de NVWA | procederen tegen de NVWA

Bij de invoer van veterinaire producten, speelt niet alleen de Douane een belangrijke rol, maar ook de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit, ofwel NVWA. Gezamenlijk voeren de NVWA en de Douane de DOM-controle uit, ofwel de documentencontrole, overeenstemmingscontrole en een materiële controle.

Controle door de NVWA

De documentencontrole wordt voor iedere zending veterinaire producten uitgevoerd. Bij de documentencontrole controleert de Douane of het veterinair document origineel is, voldoet aan het model dat de EU voorschrijft en of de zending uit een toegelaten land en een erkend bedrijf afkomstig is. Zoals de naam het al zegt, wordt bij de overeenstemmingscontrole vastgesteld of de gegevens van de zending overeenkomen met de informatie op het bijbehorende veterinair document. Hierbij wordt onder meer gekeken naar containernummer, nummers van de verzegeling, land van oorsprong, productomschrijving, partijcodes en erkenningsnummers van de producerende bedrijven. Iedere zending bestemd voor invoer en doorvoer ondergaat zo’n overeenstemmingscontrole. Die controle kan overigens ook worden beperkt tot de controle van het zegel op de container.

Tenslotte vindt in voorgeschreven gevallen de materiële controle plaats. Daarbij worden verpakkingen geopend en  monsters genomen. Deze controle is een organoleptische controle waarbij wordt gelet op geur, kleur, consistentie, eventueel smaak en productspecifieke eigenschappen.

Als de DOM-controle is uitgevoerd, neemt de officiële dierenarts van de NVWA een beslissing over de zending. Als de zending is toegelaten, is deze (veterinair) vrij voor de gehele Europese Unie. Wordt een zending geweigerd, dan bestaan nog slechts beperkte mogelijkheden: wederuitvoer, vernietiging of verwerking (producten).

Specifieke informatie over de drie controles zijn opgenomen in de interne procedures van de NVWA, namelijk BPR18 (documentencontrole), BPR19 (overeenstemmingscontrole) en BPR20 (materiële controle).

Nog meer procedures en voorschriften

De NVWA heeft nog veel meer procedures en voorschriften. Zo zijn er procedures voor de volgende onderwerpen:

  • BIPVS11 Doorgereden partijen. Dit voorschrift beschrijft de werkwijze van de NVWA voor veterinaire partijen die afkomstig zijn uit derde landen die veterinair gekeurd moeten worden, maar niet ter keuring in de Grenscontrolepost (GCP) zijn aangeboden.
  • BPR 17: Transhipment van producten. Deze procedure beschrijft de controle van zendingen dierlijke producten uit derde landen die in een Nederlandse Grenscontrolepost (GCP) worden aangevoerd. Deze zendingen worden onder douanetoezicht overgeladen in een ander zeeschip of vliegtuig om vervolgens naar een andere zeehaven of luchthaven te worden vervoerd.
  • BPR 22: Weigeren van producten. Deze procedure beschrijft welke handelingen de NVWA verricht bij het weigeren van een partij dierlijke producten met herkomst een derde land, die wordt aangeboden bij een Nederlandse grenscontrolepost (GCP) voor invoer, opslag of doorvoer.

Niet met de NVWA eens? Bezwaar en beroep mogelijk

Als de NVWA een besluit neemt waar u het niet mee eens bent, dan bestaat de mogelijkheid om een rechtsmiddel in te stellen, namelijk een bezwaarschrift. In dat geval voert de NVWA een herbeoordeling uit en stelt de NVWA vast of een juist oordeel is geveld. Het bezwaarschrift moet binnen zes weken worden ingediend, maar vaak speelt nog een andere termijn. De goederen moeten namelijk binnen 60 dagen – afhankelijk van de situatie – een speciale behandeling ondergaan, worden wederuitgevoerd of worden vernietigd. Als er geen bezwaar wordt ingediend, dan geldt deze verplichting onverkort. Bij een lopende bezwaarprocedure of beroepsprocedure (zie hierna) wordt deze termijn echter in de meeste gevallen opgeschort.

Het komt overigens slechts zeer zelden voor dat de NVWA op zijn beslissing terugkomt en dus het bezwaar gegrond verklaart. Als een importeur of exporteur dus al enig succes wil boeken, dan is veelal een gang naar de rechter noodzakelijk. In de meeste gevallen oordeelt in eerste aanleg de Rechtbank Rotterdam over een dergelijke kwestie en in tweede en laatste aanleg  het College van beroep voor het bedrijfsleven in Den Haag. Zo’n procedure duurt meestal erg lang, vaak meerdere jaren.

Omdat veterinaire producten meestal niet enkele jaren bewaard kunnen blijven, heeft een procedure die jarenlang duurt weinig zin. Als er echt ‘bloedspoed’ is en ook geen andere mogelijkheid bestaat, dan is het mogelijk om te vragen om een voorlopige voorziening. Een voorlopige voorziening is echter alleen mogelijk als er al een bezwaar of beroepsprocedure loopt en er moet dus sprake zijn van een situatie waarbij ‘onverwijlde spoed’ speelt. Hoewel importeurs en exporteurs uiteraard vinden dat hun geschil de grootste prioriteit dient te krijgen, is het soms wel de vraag of er daadwerkelijk sprake is van onverwijlde spoed. Immers, als de goederen moeten worden vernietigd terwijl de NVWA later toch ongelijk krijgt, dan kan eventueel ook nog de schade zelf worden verhaald bij de NVWA. In het kader van de voorlopige voorziening is ook van belang dat geen definitief oordeel kan worden gevraagd, maar slechts een voorlopig oordeel.

Wie kan procederen?

Als een procedure wordt gestart, is wel van groot belang dat de procedure wordt gevoerd door de juiste partij. Is iemand namelijk geen belanghebbende, dan is het bezwaar of beroep niet-ontvankelijk en wordt de procedure inhoudelijk dus helemaal niet gevoerd. Hoe zit dat nu precies bij veterinaire zendingen en wie is dan belanghebbende? In de praktijk verzoekt de importeur vaak aan een andere partij – bijvoorbeeld een expediteur of vrachtafhandelaar – om de veterinaire formaliteiten uit te voeren. Is dan de expediteur belanghebbende, is dat de importeur of zijn beide partijen belanghebbende. Lange tijd werd gesteld dat alleen de importeur belanghebbende was en niet ook de expediteur. De Rechtbank Rotterdam heeft echter vastgesteld (ECLI:NL:RBROT:2009:BH5019) dat zowel de expediteur als de importeur belanghebbende zijn en dus bezwaar en beroep kunnen indienen. Dit standpunt heeft het College van beroep voor het bedrijfsleven later ook bevestigd (ECLI:NL:CBB:2011:BR6868).

Veterinair recht: hard en formalistisch

In deze bijdrage over controles en procederen in het veterinair recht, kunnen we niet onopgemerkt laten dat het veterinair recht vaak als hard en formalistisch wordt ervaren. Dat is inderdaad het geval. De kleinste fout heeft grote gevolgen. Als bijvoorbeeld de vermelding van het land van oorsprong op het product ontbreekt of niet met de juiste lettercode wordt aangeduid, dan zal de NVWA de partij weigeren. Dat wordt niet anders, als aan de hand van alle feiten en omstandigheden geen enkele discussie kan bestaan over de oorsprong. Ook zien we dat veel procedures over goederen die aanvankelijk zijn uitgevoerd naar een derde land en later terugkomen en weer ter controle worden aangeboden bij de NVWA, niet succesvol zijn. Inmiddels hebben we diverse procedures gevoerd en elke keer zien we weer dat de rechter veelal marginaal toetst. Dat betekent dat de rechter niet heel gedetailleerd en inhoudelijk nagaat of het oordeel van de NVWA juist is, maar nagaat of de NVWA tot het oordeel had kunnen komen.

Conclusie en meer informatie

Zoals dat in veel gevallen is, geldt dan ook hier weer: “voorkomen is beter dan genezen”.  heeft u vragen of wilt u meer informatie? Neem dan gerust contact op met Bart Boersma.
 

Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaardt Customs Knowledge geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de gevolgen hiervan. Dit artikel is niet bedoeld als een specifiek advies. Zie in dit kader ook de Algemene Voorwaarden van Customs Knowledge BV.