Publicaties

ChatGPT: Een nieuw hulpmiddel voor het classificeren van producten(?)

Het classificeren van artikelen is een complex proces. Bij elk product artikel past een specifieke goederencode die moet worden vastgesteld aan de hand van onder meer indelingsregels, aantekeningen, toelichtingen, jurisprudentie en eventuele indelingsverordeningen. Dit kan een tijdrovende en moeilijke procedure zijn, vooral voor bedrijven die te maken hebben met grote volumes aan verschillende producten. Gelukkig bestaat er sinds kort een digitaal hulpmiddel, namelijk ChatGPT.

Antidumpingheffing: terugwerkende kracht en aangehouden verificatie

U bent een blij mens! U heeft namelijk goederen voor een mooie prijs uit Indonesië laten komen. U bent erg tevreden hoe de zaken bij de invoer van de goederen verliepen, want u hoefde alleen invoerrechten te betalen en er was geen antidumpingheffing. Dat zou anders zijn als de goederen uit China zouden komen, want dan was wel een antidumpingheffing van toepassing. Maar omdat dezelfde goederen ook uit Indonesië komen, heeft u geen probleem. Toch begeeft u zich op glad ijs, zoals blijkt uit de jurisprudentie van het Hof van Justitie. Een antidumpingheffing kan namelijk ook met terugwerkende kracht worden toegepast. Ook loopt een douane-expediteur extra risico bij een aangifte voor goederen waarvoor wellicht een antidumpingheffing geldt als deze de status van ‘aangehouden verificatie’ krijgt.

Merkinbreuk (namaak) en Douane. Wat te doen?

Wat gebeurt er eigenlijk als de Douane goederen aantreft waarvan zij vermoedt dat ze inbreuk maken op merken, octrooien, modellen of andere intellectuele eigendomsrechten? En wat te doen als dit gebeurt?

Sancties op Rusland, dat is altijd even opletten geblazen!

Vanwege de annexatie van de Krim en de huidige oorlog in de Oekraïne zijn, in de afgelopen jaren (de eerste sancties zijn van 2014) maar vooral ook in het afgelopen jaar, de sancties op Rusland steeds verdergaand geworden. Het is steeds moeilijker geworden om handel te doen met Russische bedrijven. Opdrachten worden ingetrokken of kunnen niet meer uitgevoerd worden, maar wat als de opdracht al is uitgevoerd en er nog een betaling binnenkomt? Kan dat dan nog wel? Of valt de betaling onder de sanctie? Ook als de opdracht zelf niet is (of was) gesanctioneerd ten tijde van het uitvoeren ervan? 

Hoe ver reikt de verantwoordelijkheid van de logistiek dienstverlener voor de sanctiewetgeving?

Met de verregaande sancties op Rusland (en daardoor ook verhoogde aandacht hiervoor) wordt steeds duidelijker dat ‘awareness’ voor de sanctiewetgeving nodig is. Los van het feit dat bedrijven ‘compliant’ willen zijn, is het ook voor de continuïteit van het bedrijf nodig. Wanneer dit soort zaken spelen, komt een bedrijf immers snel negatief in het daglicht te staan, met alle gevolgen van dien. Dat gebeurt ook soms ten onrechte. Dat blijkt wel uit de casus die hierna wordt besproken.

Koolstoflekkage dichten met certificaten: de nieuwe CBAM-verordening

Eind december 2022 hebben de Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement een (voorlopig) akkoord bereikt over CBAM. Het akkoord moet alleen nog worden bevestigd en aangenomen door zowel het Europees Parlement als door de ambassadeurs van alle EU-lidstaten,  voordat het definitief is. Volgens het voorlopige akkoord zal de CBAM-verordening vanaf 1 oktober 2023 in werking treden.

Wetsvoorstellen VAT in the Digital Age (ViDA)

De (nieuwe) btw-regels voor de e-commerce zijn nu anderhalf jaar oud. Afgelopen najaar heeft de Europese Commissie de eerste evaluaties afgerond. Op hoofdlijnen concludeert Brussel dat de implementatie succesvol is. Ook zijn er nog kansen. Daarom publiceerde de Europese Commissie (TAXUD) op 8 december 2022 nieuwe wetsvoorstellen. Het is de eerste stap naar aanpassingen en aanvullingen in de btw-wetgeving.

Accijns en e-commerce

Whisky, koffie en andere dranken vragen extra aandacht van spelers in de internationale handel. Bij invoer in Nederland betaalt de ontvanger naast invoerrechten en invoer-btw ook accijns. Vrij eenvoudig, want de accijns gaat ‘gewoon’ mee in de betaling. Echter, hoe werkt het als de verkoper voorraad in een accijnsgoederenplaats houdt en bijvoorbeeld een vereenvoudigde btw-regeling voor e-commerce toepast?

AEO en andere certificeringen

AEO is een bekend begrip binnen de douanewereld, maar daarbuiten zijn het de ISO- en TAPA-certificaten die een ieder – in welke rol dan ook – herkenbaar voorkomt. In dit artikel gaan we in op de relatie tussen AEO en veel voorkomende certificeringen. We lichten toe welke certificering overlap hebben met AEO en op welke manier deze certificeringen relevant zijn binnen de organisatie én bij audits van de Douane.

AEO en de internal auditor

Hoewel de meeste bedrijven met de AEO-vergunning inmiddels het belang van AEO-monitoring begrijpen, maakt dit nog niet dat elk bedrijf voldoende maatregelen neemt. Vooral het uitvoeren van interne controles en interne audits wil nog weleens achterwege blijven. Hierdoor wordt onvoldoende ge(waar)borgd dat procedures daadwerkelijk worden gevolgd en zo nodig correctieve of preventieve maatregelen worden genomen. Wil je zo’n interne controle of interne audit uitvoeren, dan moet je daarvoor medewerkers hebben die daartoe in staat zijn. In dit artikel gaan wij dieper in op de internal auditor.

AEO en monitoring: risico of kans?

Uw onderneming beschikt wellicht al enige jaren over een AEO-vergunning (“Authorised Economic Operator”). Dan heeft u inmiddels ook al een of meerdere externe audits van de Douane achter de rug. Om een dergelijke toetsing met goed gevolg te kunnen doorstaan, moet u aan de douane-auditors kunnen aantonen dat u ‘in control’ bent. Daartoe dient u de processen waarop AEO ziet te monitoren. De monitoring is een intensieve bezigheid en wordt in veel ondernemingen als een noodzakelijk kwaad gezien. Ondernemers zijn druk met ondernemen. Daarbij is “douane”, laat staan AEO en monitoring, vaak niet de “core-business”. Echter, als u de gedachte van AEO doorgrondt, dan is het logisch om daadwerkelijk te willen voldoen aan de AEO-monitoringseisen. In dit artikel ga ik in op de kansen die AEO-monitoring uw onderneming biedt.

Het belang van een goed customs-compliance team

Veel bedrijven hebben een AEO-vergunning en zijn verplicht hun monitoring op orde te hebben. Een groot aantal bedrijven heeft een AEO-control framework ingericht. Een digitaal of papieren systeem van procedures, interne controles, audits en registraties met als doel in control blijven. Maar hoe goed een systeem ook is, het valt of staat met de gebruiker. Het is daarom van belang een goed (AEO-)compliance team op te zetten, zodat optimaal gebruik wordt gemaakt van het systeem. In deze bijdrage gaan we in op de manier waarop dit kan worden gerealiseerd.

Douanewaarde en Incoterms

De douanewaarde is de waarde die goederen bij invoer hebben aan de buitengrens van de EU. In de meeste gevallen betaalt u ‘ad valorem’ invoerrechten voor de goederen die u importeert van buiten de EU. Een ‘ad valorem’ heffing is een heffing naar waarde. De Douane heft in dit geval een percentage aan invoerrechten over de douanewaarde van de ingevoerde goederen. Het is van belang om de juiste douanewaarde te hanteren voor de berekening van het bedrag aan invoerrechten. De praktijk leert dat het vaststellen van de juiste douanewaarde niet altijd even gemakkelijk is. In deze bijdrage gaan wij in op de rol van Incoterms (leveringscondities) bij het bepalen van de douanewaarde.

Voorraadverplaatsingen en douanewaarde

De douanewaarde wordt in veruit de meeste gevallen bepaald op basis van de transactiewaarde van de ingevoerde goederen. Dat betekent dat een verkoop plaatsvindt voor uitvoer naar de EU en dat de transactie kan worden gebruikt voor het bepalen van de douanewaarde. Bij voorraadverplaatsingen heeft nog geen verkoop plaatsgevonden. Een onderneming verplaatst voorraad vanuit een derde land naar de EU. De goederen worden vervolgens in het vrije verkeer gebracht. Welke waarde moet dan worden gebruikt om de douanewaarde te bepalen?

Pleitbaar standpunt en art. 10:5 ADW

In hoeverre is een pleitbaar standpunt ‘haalbaar’ in douanekwesties? Die vraag speelde begin dit jaar bij het Gerechtshof Den Haag in een strafzaak waarbij de verdachte onderneming als (in)direct vertegenwoordiger aangiftes had verzorgd voor haar opdrachtgever. Na een controle na invoer (CNI) was door de Douane een andere goederencode toegekend aan de aangegeven producten. Dat gebeurt wel vaker. Echter, in dit geval werd door de Douane een strafrechtelijke afdoening ingezet waardoor de discussie een meer juridisch karakter kreeg en zo ook de vraag opkwam in hoeverre een beroep op een pleitbaar standpunt kan worden gedaan.

Opzet moet worden bewezen

In onze adviespraktijk zien we voorbeelden dat op een Fiscale Strafbeschikking (‘FSB’) ineens grove schuld of opzet ten laste wordt gelegd, zonder dat hiervoor concreet bewijs te vinden is in het dossier. De verdachte rechtspersoon is hierover niet gehoord en heeft zich daar dus niet tegen kunnen verdedigen. Over het algemeen geldt bovendien dat FSB’s slechts summier gemotiveerd zijn, niet alleen voor wat betreft de kwalificatie opzet, maar in algemene zin waardoor onduidelijk is welke bewijsmiddelen aan de FSB ten grondslag liggen. Dat de rechterlijke niet onverkort meegaat in de gedachtegang van de Douane en kritisch toetst aan alle bestanddelen van de delictsomschrijving, blijkt uit diverse uitspraken. Aan de hand van enkele van deze uitspraken wordt in deze bijdrage uiteen gezet hoe strafrechters opzet wegen in het douanestrafrecht.

Beschermde planten of dieren invoeren? Denk om - geldige - documentatie!

Bij de invoer van beschermde planten- en diersoorten (of producten hiervan) bestaat een groot scala aan formaliteiten. U dient zich namelijk te houden aan de Wet natuurbescherming, de CITES-regels en de regels uit verschillende Europese verordeningen die betrekking hebben op de bescherming van in het wild levende planten- en diersoorten. Zo kan het zijn dat u voor de invoer van uw product in het bezit moet zijn van een geldige CITES-invoervergunning of moet u een verklaring van oorsprong overleggen vóórdat u invoert.

Wanneer ageren op een vermeende onregelmatigheid?

Wanneer de Douane van mening is dat u een strafbaar feit heeft gepleegd, dan merkt zij u aan als verdachte. Laten we ‘het doen van een onjuiste aangifte’ als voorbeeld nemen. In plaats van goederencode A, heeft u per ongeluk goederencode B aangegeven. Uiteindelijk kan deze verdenking leiden tot het opleggen van een Fiscale Strafbeschikking (FSB). Deze vorm van bestraffing door de Douane is mogelijk sinds 2011 door de invoering van de Wet OM-afdoening. Deze wet beoogt onder andere de rechterlijke macht te ontlasten door de buitengerechtelijke afdoening van strafbare feiten. Een FSB is een strafrechtelijke veroordeling zonder tussenkomst van een rechter of Openbaar Ministerie. Het gros van de bedrijven betaalt stelselmatig deze boetes zonder zich ooit te verdiepen in, laat staan te verdedigen tégen, een FSB. Het proces tot het opleggen van een FSB lijkt echter met steeds minder waarborgen omgeven, waardoor niet tijdig reageren slecht te repareren valt.

Strafbeschikking bij indelingskwesties; een bijzonder geval

Bij overtreding van de Algemene douanewet kunnen zowel bestuurlijke boetes als strafrechtelijke boetes worden uitgedeeld. Het hangt er vanaf welke – verboden – handeling is verricht of ten onrechte niet is verricht (omissiedelict). Bij overtreding van de bepalingen uit hoofdstuk 9 kan een bestuurlijke boete worden opgelegd, bij overtredingen van de bepalingen in hoofdstuk 10 kan een strafbeschikking worden opgelegd. Met andere woorden: hoofdstuk 9 ziet op bestuursrechtelijke afdoening, hoofdstuk 10 op strafrechtelijke afdoening.

Maandkrediet: risico voor douane-expediteur

Veel bedrijven die zich bezig houden met in- en uitvoer maken gebruik van douane-expediteurs. Hiervoor worden vertegenwoordigingsovereenkomsten afgesloten. De douane-expediteur doet dit om niet voor een douaneschuld te worden aangesproken. Recent heeft het Gerechtshof Amsterdam de uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland bevestigd, waarbij de expediteur niet op basis van het douanerecht wordt aangesproken om een douaneschuld te voldoen, maar op basis van civielrechtelijke gronden. Hoe dit precies zit, leest u hierna.