Sanctiemaatregelen bij invoer

Vanaf 2014 zijn EU-sancties van toepassing ter beperking van de handel met Russische partijen. De sancties bestaan uit verboden op de in- en uitvoer van specifieke goederen, handel met bepaalde personen en een streng toezicht op internationale transacties. Verordening (EU) nr. 833/2014 (hierna: de verordening) vormt de grondslag van deze sancties. De verordening is anno 2023 nog steeds van toepassing en is inmiddels diverse malen aangevuld en gewijzigd.

1.      Inleiding

Vanaf 2014 zijn EU-sancties van toepassing ter beperking van de handel met Russische partijen. De sancties bestaan uit verboden op de in- en uitvoer van specifieke goederen, handel met bepaalde personen en een streng toezicht op internationale transacties. Verordening (EU) nr. 833/2014 (hierna: de verordening) vormt de grondslag van deze sancties. De verordening is anno 2023 nog steeds van toepassing en is inmiddels diverse malen aangevuld en gewijzigd.

Sinds de inval in Oekraïne zijn de sancties met meerdere pakketten aanzienlijk uitgebreid. De diverse pakketten raakten aanvankelijk alleen de bedrijven die rechtstreeks handelden met Russische partijen. Vanaf 30 september 2023 geldt echter een aanvullende verplichting die ook een grote groep importeurs raakt die niet rechtstreeks handelt met Russische partijen. Voor de invoer van een aantal artikelen moet namelijk worden aangetoond dat deze geen onderdelen van ‘Russische makelij’ bevatten, ongeacht de oorsprong. Hieronder volgt een uiteenzetting van de verplichting uit artikel 3 octies van de verordening.

 2.       Welke goederen vallen onder de verplichting?

Het verbod betekent kortgezegd dat in het vrije verkeer brengen van goederen van ijzer- en staalproducten – uit de GS-posten 7206 tot en met 7229 en 7301 tot met 7326 – niet is toegestaan, wanneer niet kan worden aangetoond dat de halffabricaten of eindproducten geen Russische grondstoffen bevatten. De importeur of de (douane)vertegenwoordiger kan dit in beginsel aantonen met een Mill Test Certificate (hierna: MTC). Als de importeur in het bezit is van een (volledig) MTC, dan vult hij in vak 44 van de douaneaangifte de bescheidcode ‘Y824’ in. Hiermee verklaart hij dat de ingevoerde producten voldoen aan de opgelegde maatregelen en dat hij in het bezit is van de benodigde bewijsstukken.

 3.       Mill Test Certificate

Een MTC is een document dat een beschrijving van de chemische en fysieke proporties van een materiaal bevat. Het certificaat speelt een belangrijke rol bij de communicatie tussen producenten onderling. Het document is namelijk een in die branche gebruikelijke manier om essentiële kenmerken van een product vast te leggen.

Doorgaans bevat een MTC de volgende informatie:

  • De naam van de faciliteit waar de productie heeft plaats gevonden;
  • Land van de smeltpan;
  • Product-gerelateerde informatie als standaarden, waardes warmtenummer en aantal;
  • Resultaten van materiaal-gerelateerde testen;
  • Chemische samenstelling van het product.

 4.       Uitleg door de Europese Commissie

Ter verduidelijking van de verplichting van onder meer artikel 3 octies, heeft de Europese Commissie een document met ‘frequently asked questions’ (FAQ) opgesteld. Deze FAQ bevat 349 pagina’s aan uitleg over de toepassing van de verordening.  De Europese Commissie stelt over de benodigde documenten bij de invoer van halffabricaten onder meer dat een MTC kan worden overgelegd als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

a) In the case of semifinished products:

The mill test certificate (MTC) (there is no concrete standardized format):

- establishing the name of the facility where the production is taking place, the name of the country corresponding to the heat number (country of the ladle of melting) together with the classification at subheading level (six-digit code) of the product.

Uit deze tekst blijkt dat er geen gestandaardiseerde ‘format’ is voor het MTC. Als de naam van de producent, het land waar de smeltpan staat met corresponderend warmtenummer en de GS-code is opgenomen, lijkt dit voldoende te zijn. Dit is echter een overhaaste conclusie. Deze voorgestelde elementen gezamenlijk vormen namelijk de meest summiere versie van een MTC en het zal nodig zijn om aanvullende documentatie te overleggen om te voldoen aan de bewijsplicht.

Over de benodigde documenten, bij de invoer van eindproducten, schrijft de Commissie het volgende:

b) In the case of finished products:

The mill test certificate (MTC) or mill test certificates (MTC’s) – if all relevant information cannot be summarized in one single MTC or the MTC accompanied with other documents:

- establishing the name of the country and the name of the facility corresponding to the heat number (country of the ladle of melting) together with the classification at subheading level (six-digit code),

and

- the name of the country and the name of the facility where the following processing operations are carried out, as relevant:

  • Hot-rolling
  • Cold-rolling
  • Hot-dipped metallic coating
  • Electrolytic metal coating
  • Organic coating
  • Welding
  • Piercing/extruding
  • Drawing/Pilgering
  • ERW/SAW/HFI/Laser welding

Het lijkt erop dat dezelfde eisen gelden voor de invoer van eindproducten als voor halffabricaten, al wordt het bewijs in bepaalde gevallen met meerdere documenten geleverd.  

De uitleg inzake de inhoud van de documenten wordt in de FAQ afgesloten met de disclaimer dat de importeur verantwoordelijk is voor de inhoud van het MTC.  Daarbij mag de Douane – in het geval van redelijke twijfel – aanvullend bewijs eisen voor de invoer.

De wijze waarop de  importeur aan zijn bewijsplicht kan voldoen, wordt niet uiteengezet. Wel benoemt de commissie nogmaals het feit dat de importeur ‘due diligence’ moet toepassen inzake de – door de producenten – aangeleverde informatie. Dit is nogal een verantwoordelijkheid, onderschat dit niet. Er wordt dus veel gewicht toegekend aan de documenten die een producent aanlevert en tevens veronderstelt dat de importeur wetenschap heeft van de inhoud. Wees daarom als importeur bewust van deze verplichting en de potentiële gevolgen bij de onjuistheid van de gegevens.

 5.       Overige documentatie voorbewijslevering

Als een MTC niet beschikbaar is of niet voldoende informatie bevat, is het ook mogelijk om de samenstelling van het product aan te tonen met andere documenten. Ook in dit geval laat de Europese Commissie veel ruimte aan de douaneautoriteiten van de lidstaat. Voorbeelden van mogelijke documenten zijn blijkens de FAQ:

Invoices, delivery notes, supplier's declarations, including supplier’s declarations covering several consignments (long term supplier’s declarations) business correspondence, production descriptions, quality certificates and clauses in implemented purchase orders or contracts, provided that they include information of the origin of goods, etc. The type of document(s) may also vary depending on the nature of the product, in particular for finished products (e.g. sewing needles, tubes, etc.).

Uiteraard is het niet voldoende om slechts deze documenten te overleggen, als hieruit niet de vereiste informatie blijkt.

6.       Wanneer is het goed genoeg?

De laatste weken hebben we diverse dossiers ter beoordeling ontvangen met de vraag of voldoende informatie en bescheiden zijn overgelegd om vast te stellen dat aan de voorwaarden is voldaan. Wij toetsen dan ten eerste of een duidelijke relatie bestaat tussen de goederen en de documenten enerzijds, alsmede de documenten onderling. Daarna stellen we vast of de documenten de vereiste informatie bevatten. Dat is vaak – in eerste instantie – niet het geval. Dat betekent niet dat de zending niet kan worden ingevoerd, want in diverse gevallen blijkt na aanvullende communicatie alsnog aanvullende bewijsmateriaal beschikbaar te zijn. Om deze stappen goed uit te kunnen voeren hebben wij een ‘best practice’ ontwikkeld. Hoewel er dus geen hele concrete regels zijn vastgelegd waar documenten aan moeten voldoen, stelt deze aanpak de importeur (en eventueel zijn logistiek dienstverlener) wel in de gelegenheid om zorgvuldig en gemotiveerd vast te stellen dat aan zijn zorgplicht is voldaan.

7.       Wat zijn de risico’s?

Als u niet voldoet aan de verplichting, dan doet u een onjuiste aangifte. Dat is uiteraard een strafbaar feit op grond van de douanewetgeving. Maar omdat de verordening sanctiewetgeving betreft, kwalificeert het tevens als een economisch delict. Economische delicten krijgen vaak ook aandacht in de media. Daarnaast kunnen deze delicten ernstige gevolgen hebben voor – onder meer – het aanvragen of behouden van de AEO-vergunning.

8.       Uitzonderingen

De verplichting van artikel 3 octies van de verordening geldt niet wanneer de goederen zijn geproduceerd vóór 24 juni 2023 of (douanetechnisch) zijn aangebracht vóór 30 september. In beide gevallen moet dat uiteraard wel kunnen worden aangetoond. Bovendien gelden voor goederen van de GN-codes 7207 11, 7207 12 10 of 7224 90 andere data dan 30 september 2023.

 9.       Wat nu?

Een extra wettelijke verplichting wordt – doorgaans – niet met veel plezier ontvangen. Dat is ook nu niet anders. Er zijn immers al zoveel verplichtingen waaraan de importeur – of de (in)direct vertegenwoordiger – moet voldoen. Echter, u kunt zich er simpelweg niet aan onttrekken. Wij verwachten dat de Douane vroeg of laat zal gaan controleren en als dat gebeurt, dan kunt u maar beter goed beslagen ten ijs komen. Vergeet daarbij niet dat de Douane aangiften met terugwerkende kracht mag controleren. Het voldoen aan alle verplichtingen – inclusief ‘artikel 3 octies’ – is geen keuze en de Douane zal dat ook scherp op het netvlies houden.

10.   Tot slot

U bent niet alleen. Wat ons betreft creëert deze verplichting niet bij voorbaat een ongelijk speelveld. Alle importeurs van producten uit de genoemde hoofdstukken zijn verplicht dit bewijs te leveren. Echter, dit betekent niet dat zij op dezelfde wijze omgaan met de bewijsplicht. En we zien ook dat in andere lidstaten soms andere voorwaarden worden gesteld. Dat alles kan vervelend of juist positief zijn, maar wijzigt de inhoud van de verplichting niet. In de praktijk zien wij overigens ook algemene verklaringen met vrijwaringen. Hoewel zo’n verklaring civielrechtelijk wellicht enige waarde heeft, heeft zo’n verklaring weinig effect op de verplichtingen die een expediteur of importeur heeft jegens de (douane)autoriteiten.

Twijfelt u over de juistheid van de documentatie doe dan geen aangifte, maar verzoek om aanvulling of schakel een expert in om met u mee te kijken. Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel, neem dan gerust contact op!

Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaardt Customs Knowledge geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de gevolgen hiervan. Dit artikel is niet bedoeld als een specifiek advies. Zie in dit kader ook de Algemene Voorwaarden van Customs Knowledge BV.