Publicaties

Ondernemers opgelet! Het dertiende sanctiepakket is aangenomen!

Verordening (EU) 833/2014 legt al sinds begin 2014 de handel vanuit de EU met Rusland aan banden. Op 19 december 2023 trad het twaalfde sanctiepakket in werking. 23 februari 2024 is door de EU alweer het dertiende sanctiepakket aangenomen.

Sanctiemaatregelen bij invoer

Vanaf 2014 zijn EU-sancties van toepassing ter beperking van de handel met Russische partijen. De sancties bestaan uit verboden op de in- en uitvoer van specifieke goederen, handel met bepaalde personen en een streng toezicht op internationale transacties. Verordening (EU) nr. 833/2014 (hierna: de verordening) vormt de grondslag van deze sancties. De verordening is anno 2023 nog steeds van toepassing en is inmiddels diverse malen aangevuld en gewijzigd.

Pleitbaar standpunt en art. 10:5 ADW

In hoeverre is een pleitbaar standpunt ‘haalbaar’ in douanekwesties? Die vraag speelde begin dit jaar bij het Gerechtshof Den Haag in een strafzaak waarbij de verdachte onderneming als (in)direct vertegenwoordiger aangiftes had verzorgd voor haar opdrachtgever. Na een controle na invoer (CNI) was door de Douane een andere goederencode toegekend aan de aangegeven producten. Dat gebeurt wel vaker. Echter, in dit geval werd door de Douane een strafrechtelijke afdoening ingezet waardoor de discussie een meer juridisch karakter kreeg en zo ook de vraag opkwam in hoeverre een beroep op een pleitbaar standpunt kan worden gedaan.

Opzet moet worden bewezen

In onze adviespraktijk zien we voorbeelden dat op een Fiscale Strafbeschikking (‘FSB’) ineens grove schuld of opzet ten laste wordt gelegd, zonder dat hiervoor concreet bewijs te vinden is in het dossier. De verdachte rechtspersoon is hierover niet gehoord en heeft zich daar dus niet tegen kunnen verdedigen. Over het algemeen geldt bovendien dat FSB’s slechts summier gemotiveerd zijn, niet alleen voor wat betreft de kwalificatie opzet, maar in algemene zin waardoor onduidelijk is welke bewijsmiddelen aan de FSB ten grondslag liggen. Dat de rechterlijke niet onverkort meegaat in de gedachtegang van de Douane en kritisch toetst aan alle bestanddelen van de delictsomschrijving, blijkt uit diverse uitspraken. Aan de hand van enkele van deze uitspraken wordt in deze bijdrage uiteen gezet hoe strafrechters opzet wegen in het douanestrafrecht.

Wanneer ageren op een vermeende onregelmatigheid?

Wanneer de Douane van mening is dat u een strafbaar feit heeft gepleegd, dan merkt zij u aan als verdachte. Laten we ‘het doen van een onjuiste aangifte’ als voorbeeld nemen. In plaats van goederencode A, heeft u per ongeluk goederencode B aangegeven. Uiteindelijk kan deze verdenking leiden tot het opleggen van een Fiscale Strafbeschikking (FSB). Deze vorm van bestraffing door de Douane is mogelijk sinds 2011 door de invoering van de Wet OM-afdoening. Deze wet beoogt onder andere de rechterlijke macht te ontlasten door de buitengerechtelijke afdoening van strafbare feiten. Een FSB is een strafrechtelijke veroordeling zonder tussenkomst van een rechter of Openbaar Ministerie. Het gros van de bedrijven betaalt stelselmatig deze boetes zonder zich ooit te verdiepen in, laat staan te verdedigen tégen, een FSB. Het proces tot het opleggen van een FSB lijkt echter met steeds minder waarborgen omgeven, waardoor niet tijdig reageren slecht te repareren valt.

Douane en strafrecht: “ik heb niets te verbergen”

De strafrechtelijke afhandeling van onregelmatigheden binnen het douanerecht is vaak een onbekend terrein. Op zich geen reden tot paniek, zolang u maar weet wat u kan, mag en moet doen richting de Douane. U kunt uzelf een hoop onheil besparen als u weet wat uw rechten en plichten zijn.

Bemonstering van goederen in douane- en belastingzaken (2)

In het vorige artikel hebben wij het belang van een juiste monsterneming toegelicht en het verplichte karakter van het in kennis stellen van het voornemen om een monster te nemen. Als monsters zijn genomen, bestaat vervolgens nog wel eens de vraag of de bemonstering op de juiste wijze heeft plaatsgevonden en of de monsters op de juiste wijze zijn onderzocht. Om te voorzien in uniforme handreikingen en richtlijnen, heeft de Europese Commissie – samen met de douanelaboratoria in de verschillende lidstaten – het ‘systeem’ Samancta opgesteld. De bepalingen hieruit lijken echter weinig zinvol, althans volgens de inspecteur van de Douane. Deze schuift ze namelijk, als ze niet uitkomen, eenvoudig terzijde. Maar kan dat wel? In deze bijdrage concludeer ik aan de hand van recente jurisprudentie dat deze ‘Samancta-bepalingen’ terdege relevant zijn.

Bemonstering van goederen in douane- en belastingzaken (1)

Een belangrijk deel van de belastingen is afhankelijk van het soort goed. Dat geldt in ieder geval voor accijns en invoerrechten, maar in beperkte mate ook voor de omzetbelasting. Afhankelijk van het soort product is bijvoorbeeld een hoog recht, nulrecht of vrijstelling van toepassing. Om vast te stellen wat de karakteristieken van een goed – of product – zijn, worden deze vaak bemonsterd en wordt in een laboratorium of anderszins de samenstelling en dergelijke vastgesteld. Niet zelden is er discussie over de vraag of die bemonstering op de juiste wijze heeft plaatsgevonden en of de monsters op de juiste wijze zijn onderzocht.

'Een foutje is zo gemaakt': AEO en douanestrafrecht

Mendum facile, ofwel “een foutje is zo gemaakt”. Zo ook wanneer u werkzaamheden verricht op het gebied van douane en accijnzen. In tegenstelling tot de directe belastingen (zoals de vennootschapsbelasting) waar fouten in de zin van overtredingen veelal worden bestraft met bestuurlijke boetes, worden de meeste overtredingen op het gebied van douane bestraft binnen het strafrecht. U wordt aangemerkt als verdachte en verhoord door een buitengewoon opsporingsambtenaar.

Overtreding van de communautaire douanewetgeving: strafbaar feit of bestuurlijke boete?

Indien u onverhoopt bij de uitvoering van uw werkzaamheden de communautaire wetgeving overtreedt dan kunt u geconfronteerd worden met een bestuurlijke boete of een sanctie middels de Fiscale Strafbeschikking.